Er is tegenwoordig veel informatie beschikbaar in boeken. Alleen jammer dat je zo lang over een boek doet. En dat je, tegen je aan het einde van het boek bent gekomen, vaak al niet meer weet wat er allemaal instond. Bovendien ben je voortdurend afgeleid. Wanneer je leest, moet je weer terugkeren in de tekst en is het moeilijk om de focus te houden.

Dat komt omdat je op school hebt geleerd om de woorden te ‘verklanken’ in je hoofd. Je leest dus als het ware het boek aan jezelf voor. Hiermee beperk je je leessnelheid tot de snelheid waarmee je spreekt. Gemiddeld zijn dit 200 tot 250 woorden per minuut.

Maar je breinsnelheid ligt véél hoger dan je spreeksnelheid. Je zou kunnen stellen dat je brein zich bij het verklankend lezen verveelt omdat de info maar bij mondjesmaat binnenkomt. Hierdoor poppen er tijdens het leesproces als vanzelf allerlei gedachten op, waardoor je voortdurend de draad kwijtraakt. Het klinkt paradoxaal, maar door sneller te lezen gaat je brein zich als vanzelf beter concentreren, waardoor je meer en beter gaat onthouden. Er komt bij het snellezen namelijk zoveel informatie op je af dat je brein geen ruimte meer heeft om af te dwalen. Zo ben je als vanzelf gefocust en in flow, één met de tekst.